Europese commissie besluit om geen vegaburger meer te noemen

Yes yes, hier zijn we weer. Dit keer gaan we het hebben over het recente besluit van de Europese Commissie over dat we geen “vegaburger” meer mogen zeggen. Of “sojaworst”. Of “plantaardige schnitzel”. Want stel je voor dat iemand per ongeluk een linzenbal op de barbecue legt in plaats van een rundergehaktbom. De verwarring! De chaos! Wij duiken er weer diep in!

Vanaf nu moeten we dus spreken van “sojaschijven”, “groentebalkjes” of mijn persoonlijke favoriet “eiwitstructuren met een nostalgische textuur”. Want vlees is vlees en alles wat daar niet van komt, mag zich niet langer in de taal van de carnivoor hullen.

De vleeslobby: meer dan alleen een goed doorbakken mening

Wie dacht dat dit besluit uit de lucht kwam vallen, heeft waarschijnlijk nog nooit een lobbyist in driedelig pak een tofu-reep zien demoniseren. De vleesindustrie, met haar miljardenbelangen en PR-budgetten die groter zijn dan het BNP van Luxemburg, heeft al jaren een broertje dood aan de opmars van plantaardige alternatieven. Want stel je voor dat mensen ontdekken dat je ook zonder slachthuis een smakelijke maaltijd kunt maken. Dat zou pas écht bloederig zijn, voor de winstcijfers. Die jaarlijks zo’n 1,3 biljoen dollars per jaar bevat.

De vleeslobby heeft het slim gespeeld. Ze hebben het debat weten te verleggen van duurzaamheid en dierenwelzijn naar… etiketten. Want als je de inhoud niet kunt winnen, verander je gewoon het gespreksonderwerp. Daardoor zitten we nu met een Europese wet die meer bezig is met naamgeving dan met bijvoorbeeld stikstofuitstoot. Wat eerst nog een belangrijk thema was, zo zelfs dat boeren naar Brussel gingen.

De bio-industrie: groot, machtig en gevoelig voor reputatieschade

De grote bio-industrie met al hun megastallen, antibiotica en varkens die nooit daglicht zien, heeft alle reden om zenuwachtig te worden. De populariteit van vleesvervangers groeit, vooral onder jongeren die liever een toekomst willen dan een kiloknaller. Dus daarom grijpt men naar het laatste redmiddel: semantiek. Het is alsof Coca-Cola zou eisen dat bruisend water niet meer “cola zero” mag heten omdat het geen suiker bevat. Oh wacht, dat doen ze ook. Never mind. Nederland zit al een tijdje knel in dit onderwerp, maar exporteert jaarlijks voor 8,8 miljard aan vlees en kopen voor zo’n 5 miljard weer zelf in. Dat is samen +/- 13 miljard aan vleesexport. Wat ook met 3 miljard zou afkunnen. Daarmee kijk je de koe toch in de kont?

Greenpeace: eet wat de aarde je geeft.

Ondertussen blijft Greenpeace onvermoeibaar hameren op een simpele waarheid: als we écht iets willen doen voor het klimaat, moeten we niet alleen minder vlees eten, maar ook slimmer eten. Groente van het seizoen, lokaal geproduceerd, met minder verpakkingsmateriaal dan een iPhone.

Maar ja, dat verkoopt niet zo lekker als een sappige burger of een sojaschijf met grillstrepen. Dus blijft hun boodschap vaak hangen in de marge, terwijl de vleeslobby met een knipoog en een koeienlogo de supermarkt domineert.

Daarnaast importeert Europa nog steeds vlees vanuit het Amazone gebied wat gelinkt wordt aan illegaal boomkappingen. Terwijl je, hypothetisch gezien, een gebied zo groot als Zuid-Amerika kan terugwinnen wanneer er totaal gestopt wordt met de bio-industrie.

Wat staat er écht op het spel?

Laten we even serieus zijn, dit besluit raakt aan iets groters dan alleen etiketten. Het gaat over taal, over framing, over wie de macht heeft om te bepalen wat “normaal” is. Dat spel heeft de vleesindustrie voorlopig gewonnen. Maar de vraag is: voor hoelang? Want de consument is niet gek. Die weet heus wel dat een vegaburger geen rund bevat. Net zoals niemand denkt dat een pindakaasboterham daadwerkelijk boter bevat of dat een hotdog ooit een hond is geweest.

Het gaat mij ook niet om dat je geen vlees meer moet eten, want als dat in de winter meer is dan in de zomer is geen gekke ontwikkeling, we blijven omnivoren. Het is een principe kwestie. De Europese commissie kan dus misleid worden door een sector die een extreme lobby op de been kan zetten en een streep kan zetten door of voor beleid. Niet alleen met de vleesindustrie, maar recent ook nog door professoren van de Wageningen universiteit. Dat komt ook doordat de jurisdictie in de EC niet wordt geregeld door vakmensen, maar door poppetjes die heel veel houden van geld en het op en neer reizen van Brussel naar Straatsburg. Dezelfde mensen die ervoor zorgen dat landen zoals Nederland op slot blijven zitten.

Tot slot: een sojaschijf bij het ontbijt?

Dus ja, binnenkort ligt er geen vegaburger meer op je bord, maar een “plantaardige eiwitdrager met grillambitie” en dat is jammer. Niet omdat we zo gehecht zijn aan het woord “burger”, maar omdat het laat zien hoe ver de gevestigde orde wil gaan om verandering te vertragen. Maar goed, noem het een schijf, een plak, een eiwitdiscobal, zolang het maar smaakt, voedt en de planeet spaart, ben ik erbij. Dan kunnen vanaf nu blijven teren op mensen die havermelk in hun cappuccino doen, wat nu dus eigenlijk nog steeds een soort van hypocrisie toont.

Als de BBB straks in de Tweede Kamer roept dat we onze boeren moeten beschermen tegen de opmars van de linzenbal, dan stel ik voor dat we allemaal even diep ademhalen, een seizoensgroente knuffelen en rustig onze sojaschijf opeten. Met mosterd. Want dat mag gelukkig nog wel zo heten. Toch?

Laat een reactie achter!

Heb je nou nog meer ideeën over dit onderwerp of denk je ergens totaal anders over? Ben je geïnteresseerd in meer diepgang in een bepaalde onderwerp of herken jij je wellicht in een van onze blogposts, klik op de link! Hier vind je een overzicht van blogs. Voor eventuele suggesties en feedback, zie de communicatie tab hieronder!